Op het mooie eiland Bali doen ze alles net even anders dan op de andere 14.571 eilanden van de Indonesische archipel. Het kunnen er een paar meer of minder zijn. Ik heb ze niet geteld. Bali is dan ook een Hindoe exclave in het grootste Islamitische land van de wereld. In dit tropische paradijsje verkiest men varken en vis, boven kip, karbouw en koe. Hier geen befaamde saté ajam (kip), sapi (rundvlees) of kambing (geit), maar saté babi (varken), udang (garnaal) en de mindere bekende, maar bijzondere Sate Lilit.

Sate Lilit

Ik verwacht dat de relatieve onbekendheid van Saté Lilit in ons land niet lang gaat duren. Alleen al het florerende toerisme naar Bali zal genoeg liefhebbers laten terugkeren naar Nederland. En terecht, het is een gerecht dat een breder publiek verdient. Sate lilit past qua ingrediënten en uitstraling ook uitstekend in een modern dieet. Meer een bereidingswijze dan een enkele soort gerecht. Het unieke aan deze saté is dat men op Bali geen stukjes vlees aan een stokje rijgt, maar dat men de onderdelen eerst fijn hakt. Als een soort kebab, maar dan anders. Van kip, rund of varken maakt men een soort tartaar. De bekendste versie maakt men van een mengsel van vis en garnalen. Men marineert ze in Indonesisch kruidenmengsel of boemboe (zogenaamde megenep). Van o.a. kunjit (limoenblad), kokosmelk, knoflook, limoensap, laos en kurkuma, de bekende en gezonde geelwortel.

Lilit

This photo of Sate Ratu is courtesy of TripAdvisor

Groeiende populariteit

Om de potentiele hipsterfactor nog te vergroten, wordt deze saté niet aan een satéstokje geregen, maar om een takje fotogeniek limoengras Gekneed. Of sereh zoals ze in Indonesië en onze toko zeggen. De reden hiervan is dat de ‘vistartaar’ beter aan het grote oppervlak van het limoengras blijft pakken. Lilit betekent dan ook letterlijk vertaald omwikkelen. Waarschijnlijk geeft het ook een beetje smaak af.