Als de gure herfstwind rond het huis giert, krijg ik trek in de trots van Vlaanderen, origineel stoofvlees. In Vlaanderen spreken ze liefkozend over stoverij. Alsof het iets magisch is. Walen en Brusselaren noemen het Carbonade Flamande. In Nederland zeggen we waarschijnlijk suddervlees of ouwerwets draadjesvlees. Het liefst naar het familierecept van oma. Vlaams stoofvlees is zo’n gerecht dat ontstaan is als een typisch armeluis gerecht. De slechtste stukken vlees moeten tenslotte het langst opstaan. Omdat ze het taaist zijn. Later maakte het een upgrade naar de culinaire wereld. Het is tenslotte het ultieme comfort food.
Bier voor wijn
De bereidingswijze is in aanvang niet veel anders dan ons suddervlees of de bekendere Boeuf Bourguignon. Relatief goedkoop rundvlees, als schenkel of sukade, bij voorkeur niet te vet vlees. Snij het vlees in blokjes. Bloem en braadt vervolgens aan in een koekenpan of braadslee. Stoof daarna met uien, kruidnagel, tijm en laurier verder. Dit gerecht moet minimaal 3 uur sudderen op een laag vuur. Als vocht voegt men geen lokale wijn, maar vanzelfsprekend een lokaal donker bier toe. Neem daarvoor geen bockbier, in Bierland België prefereren ze de zoetere dubbels of tripels. Om de zoete smaak verder te versterken wordt in sommige recepten ‘peperkoek‘, in Nederland bekend als ontbijtkoek, toegevoegd. Voor binding van de saus voegt men soms tijdens het sudderen een met mosterd besmeerde boterham toe.
Patatje stoofvlees
Uiteraard serveer je stoofvlees met hetzelfde donker bier uit het recept, bij voorkeur een trappist, én die andere trots van Vlaanderen, echte frieten. Het liefst bewaar ik een beetje stoofvlees voor de volgende dag. Ik kook het nog iets verder in, tot het meeste vocht verdampt is en serveer als saus over frieten. Voeg ook een beetje verse mayonaise toe. Net als in elk frietkot in Vlaanderen. Het maakt zelfs de herfst leuk. Of een beetje leuker in ieder geval.