Banchan worden vaak omschreven als Koreaanse bijgerechtjes, maar daar geef je het (net) niet voldoende eer mee. Sterker nog, zonder Banchan is er namelijk geen maaltijd in Korea. Het zijn een aantal kleine gerechtjes, die Koreanen gebruiken om de eetlust op te wekken, de maaltijd te variëren en af te maken. Een serie van kleine schoteltjes met veelal ingemaakte groente, hartige baksels en soms wat stukjes vlees of vis. In restaurants worden deze gerechtjes stilzwijgend aangevuld tijdens de maaltijd, zonder dat er extra kosten op de rekening verschijnen. Dat klinkt misschien enigszins vergelijkbaar met tapas, maar deze gerechtje worden niet los gegeten. Ook niet bij een drankje of voor het diner. Daar hebben de Koreanen andere gerechtjes, zogenaamde anju voor.
Banchan
De bekendste Banchan is ongetwijfeld kimchi, de gefermenteerde kool die van oudsher Koreanen door de harde winters hielp. Een andere populaire bijgerecht is het minder bekende Namul. Dat zijn gekookte of gewokte groenten, als bijvoorbeeld spinazie en taugé, gemarineerd en gekruid met soja, knoflook, lente-ui, sesamolie en wat chilipepers. Omdat Banchan een traditie zijn geworden in een periode dat het eten van vlees in Korea verboden was bevatten ze relatief vaak geen of, bij uitzondering, weinig vlees. Bij Bokkeum. bijvoorbeeld, worden stukjes varkensvlees, inktvis of paddenstoelen in een saus geroerbakt. Jorim is gesmoord rundvlees of tofu, terwijl Jjim gestoomde stukjes vis of ei zijn. Jeon zijn een hele andere categorie. Het zijn hartige pannenkoekjes van deeg of aardappel, die gemengd worden met lente-ui, gerijpte kimchi of vis.
Eindeloos
Het bovenstaande overzicht is verre van volledig. In Korea bestaat er een bijna oneindige reeks van Banchan. Vreemd genoeg worden er meer geserveerd als de hoofdgerechten uitgebreider worden. Ze worden in het midden van de tafel gezet en zijn bedoeld om te delen. Dat is een feestelijke culinaire tradities, waarmee we makkelijk aan kunnen wennen.