Ik spreek een woordje Portugees en Sopa da Pedra is niet lastig te vertalen. Steen- of misschien beter beter nog keisoep. Het verhaal en de folkore achter deze wonderlijke naam is niet puur Portugees. Al kende ik het uit andere culturen onder een iets andere naam, namelijk spijkersoep. En meer als een volkswijsheid, een metafoor. Niet als een echt gerecht, met receptuur.

Schraalhans

Het culinaire sprookje begint wel overal hetzelfde. Met een reizende monnik (of een wijsgeer) die bij aankomst in een nieuw stadje of dorp vraagt om vuur. Om er vervolgens een grote pan met water op te zetten. Tot verbazing van zijn groeiende publiek voegt de vreemdeling slechts wat schoon gepoetste keien toe. Als enige ingrediënt. Op de onvermijdelijke vraag van de omstanders wat hij aan het doen is, antwoordt de curieuze bezoeker, dat hij een heerlijke, voedzame steensoep gaat maken. Als zou deze wel net wat smakelijker zijn met wat verse groente. Een voor een melden de inwoners zich met aanvullende ingrediënten die de soep nog verder verbeteren. Een scheutje hier en een snufje daar.

Sopa da Pedra

Je voelt de clou al aankomen. Aan het einde van het verhaal, haalt de reiziger de stenen uit de pan en steekt ze in zijn zak. Hij kan ze tenslotte de volgende keer weer gebruiken. Wat rest, is een heerlijk geurende soep, vol prachtige lokale ingrediënten. In Portugal zijn ze blijkbaar in deze fabel gaan geloven. Sopa de Pedra is tot op de dag van vandaag een geliefd nationaal gerecht. Duidelijk mag zijn, dat met de beschreven noodzakelijke vrijgevigheid de receptuur per streek nog wel eens wil verschillen.

Sopa da Pedra

This photo of An American In Portugal Tours is courtesy of TripAdvisor

Almeirim

De bekendste versie komt uit Almeirim. Een plaatsje in het hart van Ribatejo dat bekend staat als de hoofdstad van Sopa da Pedra. Het is een stevige soep met bruine bonen, veel aardappel, een paar tenen knoflook, verschillende soorten worst, zoals chourico (beter bekend onder de Spaanse naam chorizo), bloedworst en goedkope varkensdelen als spek en oren. Men brengt deze soep verder op smaak met koriander, knoflook, peper en zout. Blijkbaar waren de streekgenoten in Almeirin vrijgevig. En dat is uiteraard de universele moraal van het verhaal. Van delen wordt de wereld beter, in ieder geval deze soep. Dat is een mooie gedachte, al moet je hem dan wel heet eten.