Je zou het niet zeggen, wanneer je me tegenwoordig tegen komt. Als kind zat ik tegen ondervoeding aan. Bij de kinderarts volgde mijn gewichtsontwikkeling het alleronderste lijntje. Niks ernstigs, ik had alleen niets met het Nederlands dieet van aardappels, suf gekookte groente en doorgebakken vlees. Mijn wereld veranderende toen ik mijn eerste bordje nasi at. Mijn ondergewicht verdween als sneeuw onder de zon. Dat ik in Den Haag opgroeide hielp daarbij een beetje. De Residentie blijft tenslotte de weduwe van Indie.
Gordel van Smaragd
Tegenwoordig houd ik nog steeds bij welke Haagse toko een bepaald gerecht het beste maakt. Het assortiment is tenslotte net zo breed als dat de gordel van smaragd (naar Multatuli) bewoonde eilanden telt. Nasi goreng, Ayam Pedis of die mooie Rendang, ze zijn me allemaal even lief. Maar net als de rest van Nederland ben ik verslaafd aan sate. Echte sate wordt van hele kleine stukjes gemaakt, zodat het goed geroosterd boven houtskool kan worden. Bij voorkeur geen kip (ayam), liever varken (babi), maar geit (kambing) is mijn absolute favoriet.
Sate Kambing
Weinig cholesterol, veel ijzer en proteïne, minder vet dan rund, varkens of lamsvlees. Geit is in de culinaire wereld sterk in opkomst. Zeker omdat jonge geitenbokjes (in het Engels kid), naast smakelijk ook nog een heel voordelig en zijn. In culinaire epicentra als Spanje, Portugal en Noord-Afrika staat geit vaak op het menu. Ik ken het in Nederland alleen van Sate Kambing. Al gebruikt men hiervoor het makkelijker verkrijgbare lamsvlees.
Van Java en zonder Pindasaus
De oorsprong van Sate kambing is Javaans en zelfs in Nederland wordt deze saté meestal zonder pindasaus maar met een saus en marinade op basis van zoete Ketjap gegeten. Even op de houtskoolgrill, een snippertje sjalot erover en klaar is Kees. Onweerstaanbaar lekker, ik was erna de eerste keer direct verslaafd aan. Met zichtbare gevolgen.
Nota Bene: Kom je tijdens een bezoek aan Indonesië een keer sate kambing torpedo tegen, dan zou ik het overslaan. Het zijn de balletjes van de bok. Daar zijn we nog niet aan toe.